zichtbaar achter het raam
zie ik stofjes in allerlei kleuren
ik ontrafel haar beroepsnaam
beslist geen raamprostituee
vast en zeker de naaister van Flakkee
zij is verbonden met naald en draad
broeken worden steeds gerepareerd
voor armen zijn deze bezoeken
meer dan de moeite waard
naait jurken en klederdrachten
ze is er alom voor geëerd
haar lapjeskat moet nog even wachten
straks sprokkelt ze wat restjes bij elkaar
biest deze af met mooie steken
voor de winter is het klaar
zijn lapjesdeken
Gedicht Marian Kortekaas
echt genote[n]
–
dag papa dag echtgenoot
op weg naar het strand
beladen met picknickmand
emmertjes schepjes in haar hand
sjokt moeders door het zand
met rood gelakte nagels
en teenslippers iets te groot
–
smeert hun ruggetjes in met zonnebrand
maar ….als ze even denkt te kunnen ontspannen
komen de schatten met emmertjes vol gevangen
dan duwt er een ‘n schelp vol zand aan haar oor
mama luister wat je hoort
zo is ook de zee aan je oor te horen
–
ze graaft kuilen mee en bouwt kastelen
maakt gedwee boterhammen om uit te delen
smeert hun lijfjes nog een keer
zo blijft ze maar in de weer
einde van de dag is moeders uitgeblust
en helemaal niet uit gerust
–
ze raapt alle spullen bijeen
bah, alles zit onder het zand
zand en nog eens zand van top tot teen
zelfs de schelpjes zitten vol zand
volgeladen in haar picknickmand
op de terugweg naar haar echtgenoot
–
met haar teenslippers ‘n maatje te groot
waarmee ze van het strand af sjokt
moe snakkend naar een warm bad
reageert ze opgefokt
als de kinderen jengelend om ijsjes zeuren
en ze het zand nog tussen haar billen voelt schuren
ze heeft het nu helemaal gehad!
–
hallo kids
hallo echtgenote
hebben jullie echt genoten
–
Gedicht Marian Kortekaas
Samen zijn.
–
liefde in haar prilste begin
zal de storm ’t geluk verbreken
beschermd onder moeders vleugels
negen maanden niet van haar geweken
–
dapper vecht zij voor haar gezin
de laatste strohalm
bezweken
glijden zij samen
tijdens deze duistere nacht
de woeste zee in
–
onder haar wieken
weende jij zacht
even deinen haar gedachten
op de herinneringen van de zee
–
stil en onbewogen
door het water
meegezogen
als in het diepste van een schelp
lig jij daar verborgen
weer terug in moederschoot
een kort en bewogen leven
een reis van negen maanden
samen zijn
–
jullie levenloze lichamen verlicht
door het maanlicht
geen afscheid geen morgen
alleen nog
–
samen zijn.